Praktijkles 1

De emotiekamer van Carl

Leerlingendoel

De leerlingen leren dat verschillende kleuren en kleurcombinaties bepaalde gevoelens of sferen kunnen oproepen en leren dit toe te passen.

Beginsituatie

De leerlingen hebben de film ‘Up’ gekeken. In de aansluitende theorieles hebben de kinderen zich verdiept in hoe kleurgebruik emoties en karakters van de personages kan versterken.

Voorbereiding

Klaarzetten van de materialen, waaronder A3-papier, stoelen en gekleurde potloden.

Introductie

De leerkracht bespreekt met de leerlingen dat er in animatiefilms emoties worden versterkt door kleurgebruik. Zo kunnen er verschillende sferen worden neergezet. In deze les heeft de leerkracht met de leerlingen eerst een kort gesprek over kleuren. Aan veel kleuren zit namelijk een gevoel gekoppeld.

Rood = liefde

Zwart = dood, angst, afstandelijk, rouw

Groen = jaloezie

Blauw = verdriet

Paars = spijt

Geel = blij, Pasen, lente

Etc.

Welke kleuren associëren de leerlingen met een gevoel of gebeurtenis? Leg uit dat er warme en koude kleuren zijn. Welke kleuren horen bij warm en welke bij koud? Daar gaan de leerlingen vandaag mee aan de slag.

Kern

De leerlingen krijgen de stoel van Carl. Deze stoel plakken ze in het midden van hun A3-papier en dan gaan ze de huiskamer verder ontwerpen. Vervolgens delen ze het papier in tweeën. Aan een kant worden er alleen blauwe en groene tinten gebruikte en aan de andere kant wordt er gewerkt met rode, oranje en bruine tinten. Op deze manier worden er twee verschillende emoties opgeroepen. Het kan gebeuren dat er veel voorwerpen niet hun natuurlijke kleur krijgt om de juiste sfeer op te roepen.

Afsluiting

Het resultaat wordt met de kinderen besproken.

§  Is het goed gelukt om het warme en koude ‘gevoel’ weer te geven (beeldend probleem)?

§  Ziet de tekening er, ondanks de onnatuurlijke kleuren, toch natuurlijk uit?

§  Hoe is er met het potlood gewerkt? (netjes, te dik, te dun)

In de afsluiting wordt de les nog eens samengevat. Wat hebben de leerlingen nu geleerd?

§  De leerlingen weten dat er bij (animatie)films vaak kleur wordt gebruikt om de sfeer van een fragment weer te geven.

§  De sfeer wordt gekoppeld aan het karakter van een personage (in dit geval Carl)